Bijengifrapport voorgelegd aan VN

Een wereldwijde studie naar de effecten van een landbouwgif dat in verband wordt gebracht met bijensterfte is op 15 januari 2015 gepresenteerd tijdens het VN wetenschapspanel voor biodiversiteit (IPBES) in Bonn. De studie wijst uit dat grootschalig preventief gebruik van zogenaamde neonicotinoide insecticiden niet alleen schadelijke insecten, maar ook talloze nuttige insecten doodt.
Nevenschade
Het gevolg van het gebruik van deze insecticiden is grote nevenschade aan ecosystemen. In het milieu zijn wereldwijd veelvuldig concentraties aangetroffen waarvan bekend is dat deze hoog genoeg zijn om schade teweeg te brengen bij een groot aantal nuttige diertjes zoals slootbeestjes, regenwormen, zweefvliegen, libellen en bijen. Ook in de kustwateren zijn schadelijke niveaus aangetoond.
Volgens de wetenschappers brengt de landbouw hiermee de veerkracht van ecosystemen in gevaar. Tegelijk blijkt dat de gewasopbrengst niet significant verbetert door deze middelen.
Hoofdauteur Jeroen van der Sluijs (Universiteit Utrecht): “Met het preventief gebruik van insectengif heeft de moderne landbouw in haar eigen vingers gesneden. De onmisbare diensten die de natuur ons levert, zoals bestuiving door bijen of de kringlopen in bodem door regenwormen zijn door deze middelen ontregeld.”
Het volledige Engelstalige rapport is beschikbaar