Deltaplan Biodiversiteit: Ambitieus en doordacht maar hoe krijg je voldoende draagvlak?
Vandaag, 19 december 2018 is het Deltaplan Biodiversiteit gelanceerd.
In tegenstelling tot de Nationale Bijenstrategie waar de Bijenstichting niet achter staat hebben we wel meegedacht over het Deltaplan Biodiversiteit.
Nu het definitieve plan is gepubliceerd is de Bijenstichting in hoofdlijnen eens met de voorgestelde aanpak en zien we dit plan als een kans voor de verbetering van het leefmilieu van bijen in Nederland.
Het is een uitgebreid plan dat HIER te lezen is. We geven een toelichting op enkele aspecten.
Belangrijke aspecten die het plan op een hoger plan tillen dan de vele plannen hiervoor zijn:
• Integrale gebiedsgerichte aanpak over de sectoren Natuur-landbouw en openbare ruimte heen. Alleen door op al deze drie sectoren de biodiversiteit te versterken bereik je substantiële verbetering. Immers deze drie sectoren beslaan al snel 90% van het grondareaal in Nederland.
• Maatschappelijk-financiële waardering voor biodiversiteit. Tot nu toe is kwantiteit (geld verdienen, marktwerking, kostenbesparing) leidend geweest in de land- en tuinbouw en beheer openbare ruimte. Dit plan benadrukt dat kwaliteit (biodiversiteit) waarde heeft en zowel maatschappelijk als financieel gewaardeerd moet worden. De huidige land- en tuinbouw zit in een spagaat. Tegen minimale kosten zoveel mogelijk productie leveren gaat ten koste van de gezondheid van mensen en het leefmilieu. Door een systeem te bouwen waarbij een agrariër een eerlijke kostprijs krijgt voor zijn zorgvuldig geproduceerde product (waarbij biodiversiteit wordt beschermd) , is het voor deze sector haalbaar om een nieuwe manier van werken in te voeren.
• Het plan benadrukt dat IEDEREEN een rol speelt in versterking biodiversiteit en dat IEDEREEN zijn verantwoordelijkheid daarin moet nemen.
Daarmee komen we meteen op een aspect dat in het plan wel wordt genoemd maar naar onze mening onvoldoende op belangrijkheid wordt ingeschat: het creëren van draagvlak.
Een productiewijze van voedsel dat biodiversiteit beschermt is duurder dan het huidige systeem. Dus uiteindelijk zal de consument (lees Nederlandse burger) dit in zijn/haar portemonnee voelen. De ervaring leert dat mensen een idee omarmen (betere biodiversiteit) en ook begrijpen dat dit noodzakelijk is maar als dat consequenties heeft is de gemiddeld Nederlander ineens minder enthousiast.
Goede voorlichting (educatie) van het belang is naar onze mening erg belangrijk. De Bijenstichting besteed hier t.a.v. het belang van bijen (onderdeel van de biodiversiteit) als jaren aandacht aan en is van mening dat dit in dit proces alleen nog maar belangrijker aan het worden is. De Bijenstichting heeft in 2018 hier al plannen voor ontwikkelt en zal deze in januari presenteren.
Er zullen in de sector Openbare ruimte (grond van gemeenten/provincie, waterschappen en rijksoverheid) andere prioriteiten t.a.v. besteding van budget gemaakt moeten worden. Dit zal consequenties hebben dat op weerstand kan rekenen en/of kostenverhogend werkt. Ook hier is het creëren van draagvlak een belangrijke activiteit om verbetering van de biodiversiteit te bereiken.
Het uitgebreide plan beschrijft ook dat wet- en regelgeving aangepast dient te worden op deze andere werkwijze. Dit is meteen een punt van zorg. De Bijenstichting juridische procedures tegen de toelating van insecticiden. Wij ervaren dat beslissingen op Europees niveau leidend zijn. Als wij regelgeving willen aanpakken zal een harde onderhandeling op Europees niveau nodig zijn! We hopen dat de Nederlandse regering op dit punt zich hard zal maken om de noodzakelijke aanpassingen te bereiken!
Wij ondersteunen dit plan en zullen als Bijenstichting in de komende jaren onze bijdrage leveren om de biodiversiteit in Nederland te verbeteren. Toch vinden wij het wel jammer dat het plan geen duidelijk standpunt durft in te nemen t.a.v. de productiewijze van land- en tuinbouw.
Wij zijn n.l. van mening dat uiteindelijk de biologische teelt de enige methode is die een maximale biodiversiteit kan bereiken. In dit plan wordt wel grote stappen gemaakt in deze richting maar maakt geen expliciete keuze. Wellicht is dat gedaan om in het begin niet meteen de reguliere land- en tuinbouw in dit proces te verliezen. Toch hopen wij niet dat dit plan uiteindelijk aan ons poldermodel (iedereen moet zich er helemaal in vinden) ten onder gaat en er teveel ambities worden afgezwakt.
Uiteindelijk moeten we vasthouden aan de ambities genoemd in dit plan om het droombeeld waar te maken:
“In 2013 herbergt de groene ruimte van Nederland een rijke biodiversiteit aan onder andere bodemleven, planten, insecten en boerenlandvogels.. Het landschap sprankelt van de diversiteit en mensen leven, werken en recreëren er graag. Landschappen zijn herkenbaar aan hun inrichting en begroeiing, mensen identificeren zich hiermee en zijn er trots op “.