Honingbijen zijn niet de boosdoeners – het draait om balans

Samenvatting van artikel Honingbijen bedreigen wilde bijen

Het artikel in Nature Toeday bespreekt de groeiende bezorgdheid over de negatieve invloed die grote concentraties honingbijen kunnen hebben op wilde bijenpopulaties. In gebieden waar veel bijenkasten worden geplaatst, kan er sprake zijn van concurrentie om voedsel, met name in bloemarme landschappen. Wilde bijen, die vaak gespecialiseerd zijn in specifieke bloemen en minder ver kunnen vliegen dan honingbijen, trekken hierbij vaak aan het kortste eind. Wetenschappers waarschuwen daarom voor het plaatsen van te veel bijenkasten in ecologisch kwetsbare gebieden, zoals natuurreservaten en bloemrijke stadsparken.

De Bijenstichting onderschrijft de zorgen over concurrentie bij hoge dichtheden van honingbijen. Tegelijkertijd benadrukken wij dat mensen hieruit niet de conclusie moeten trekken dat honingbijen per definitie "slecht" zijn. In lage dichtheden kunnen honingbijen en wilde bijen prima naast elkaar bestaan. Beide groepen bijen hebben vaak verschillende voorkeuren voor bloemen, waardoor zij verschillende niches benutten in hetzelfde ecosysteem. Bovendien zijn er veel hobby-imkers die zich actief inzetten voor de verbetering van biodiversiteit in hun omgeving, bijvoorbeeld door het aanplanten van bijvriendelijke beplanting.

Ten aanzien van honingconsumptie adviseert de Bijenstichting om te kiezen voor biologische honing of honing van een bekende, lokale imker. Dit helpt niet alleen om misstanden in de honingproductie te voorkomen – zoals vervalste of met pesticiden vervuilde honing – maar ondersteunt ook een meer duurzame en transparante imkerij.

Samengevat pleit de Bijenstichting voor een genuanceerde kijk op honingbijen: wees terughoudend met bijenkasten in kwetsbare gebieden, maar waardeer de rol van kleinschalige imkers en maak bewuste keuzes bij het kopen van honing.