Samenvatting EU reddingsplan bestuivers
24 januari 2023
De EU heeft een reddingsplan voor bestuivers, waarvan vier op de vijf gewassoorten en wilde bloemen afhankelijk zijn.
Bijen en andere insecten spelen hierbij een belangrijke rol, met een geschatte bijdrage aan de landbouwproductie van 5 miljard EURO per jaar. Helaas is de achteruitgang van insectenpopulaties dramatisch, met 1/3 van alle bijensoorten in afname en 10% bedreigd met uitsterving. Dit vormt een bedreiging voor zowel het menselijk welzijn als de natuur.
Het EU-reddingsplan bestaat uit drie pijlers: verbetering van kennis en monitoring, verbetering van instandhouding en aanpak van oorzaken, en mobilisatie van de samenleving en samenwerking op alle niveaus. Dit plan moet de achteruitgang omkeren tegen 2030, met maatregelen zoals biologische landbouw, bescherming van habitats, vermindering van pesticidengebruik, en verbetering van leefgebieden in stedelijke gebieden.
De Commissie heeft in juni 2022 een wettelijk bindend voorstel ingediend voor natuurherstel. Het voorstel bevat een doelstelling om de achteruitgang van de natuur tegen 2030 te keren. Het plan bestaat uit drie pijlers:
- Verbetering van kennis van de achteruitgang en de oorzaken ervan.
Hiervoor is een robuust monitoringsysteem noodzakelijk. Daarnaast moeten de bedreigingen in de gaten worden gehouden, met name in agrarisch landschap. Er moet toezicht komen op het gebruik van pesticiden en hun gevolgen voor bestuivers. Bovendien moeten de rode lijsten worden beoordeeld, Nederland staat 55% van bijensoorten op de rode lijst. Om deze activiteiten uit te voeren, moet de capaciteit van zowel professionals (taxonomen) als burgerwetenschap worden verbeterd, door middel van het creëren van arbeidsplaatsen en opleidingen.
2. Verbetering van de instandhouding van bestuivers en aanpak van de oorzaken van de achteruitgang.
Er moeten meer beschermde gebieden komen die goed met elkaar worden verbonden (ecologische corridors of bijenlinten). Binnen het Natura 2000 netwerk moeten bestuivers worden gemonitord om de staat van instandhouding te beoordelen. Er moeten habitats worden hersteld in agrarische landschappen. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid moet via maatregelen zoals biologische landbouw, instandhouding van landschapselementen, agrobosbouw en vermindering van het gebruik van pesticiden habitats verbeteren. Door middel van een flexibel systeem van prikkels moeten milieuvriendelijke praktijken worden vergoed voor agrariërs.
Het effect van pesticiden op bestuivers moet worden verminderd, dit is een belangrijke oorzaak van achteruitgang en moet via beleid en gerichte praktijk worden aangepakt. Doel is om in 2030 dit met 50% te verminderen ( Red Bijen en Boeren gaat uit van 80% in 2030 en 100% in 2035). Onderdeel van deze plannen is een verbod op het gebruik in kwetsbare gebieden, dit geldt zowel voor beschermde gebieden als gebieden waar bestuivers leven die met uitsterven worden bedreigd, ook in het agrarisch gebied.
De Commissie vindt het onacceptabel dat verboden neonicotinoiden soms via noodverordeningen toegelaten worden voor bepaalde teelten.
Er moet een betere risico-evaluatie van pesticiden komen, waarbij rekening wordt gehouden met niet alleen honingbijen, maar ook wilde bijensoorten. Verbetering van leefgebieden in stedelijke gebieden is noodzakelijk, aangezien deze steeds meer als toevluchtsoord dienen voor bestuivers. Dit kan worden bereikt door verbinding van gebieden. Er is striktere wetgeving nodig om de effecten van invasieve uitheemse soorten te verminderen, aangezien deze bestuivers kunnen bedreigen.
De aanpak van klimaatverandering moet aandacht besteden aan de gevolgen van droogte en verstoring van levenscycli voor bijen. Dit kan leiden tot een tekort aan voedsel en mogelijke migratie van soorten naar koudere gebieden.
3 Mobilisatie van de samenleving en bevordering van strategische planning en samenwerking
Er is behoefte aan mobilisatie van de samenleving en versterking van strategische planning en samenwerking. Dit omvat betrokkenheid van burgers, bedrijven en jongeren bij monitoring en instandhouding, evenals financiële ondersteuning van nationale strategieën door fondsen op nationaal, regionaal en lokaal niveau.