
Vriendelijk verzoek: lees eerst de informatie op deze pagina voordat je een mail stuurt of belt met vragen over bijen, bijenzwermen, hommelnesten enzovoort. Onze capaciteit is beperkt om alle vragen persoonlijk te beantwoorden. Vaak kunt op deze pagina al het antwoord op uw vraag vinden.

Ja. Hommels zijn een bijensoort, net zoals bijvoorbeeld zandbijen of zijdebijen. Het zijn wilde bijen, maar niet solitair: ze vormen een kolonie die in het najaar weer sterft.
Nee, alleen honingbijen maken honing. In Nederland komt maar één soort honingbij voor. De andere 359 bijensoorten zijn wilde bijen. Zij maken géén honing.
De meeste mensen denken bij bijen direct aan de honingbij, de soort die in een kast leeft en honing produceert. Honingbijen worden niet tot de wilde bijen gerekend omdat ze al een aantal eeuwen door mensen (imkers) gehouden worden. Ze krijgen voedsel en onderdak.
Nederland kent naast honingbijen nog ongeveer 360 soorten wilde bijen, waarvan meer dan de helft dreigt te verdwijnen. Wilde bijen leven niet in bijenkasten maar in de natuur: ze bouwen hun nesten in de grond, in holle of merghoudende plantenstengels of in gangen in hout (door andere insecten zoals kevers uitgevreten). Voorbeelden van wilde bijen zijn metselbijen die de gewoonte hebben hun nestcellen te 'metselen' van klei, lemig zand of steentjes met modder, behangersbijen die blaadjes gebruiken om hun nesten te bekleden, en groefbijen die in zandige lemige bodems nestelen. Deze bijen leven solitair en noemen we daarom solitaire bijen. Ook hommels zijn wilde bijen! Zij nestelen in kleine volken in bijvoorbeeld oude muizenholen, boomholten of graspollen. Hommels maken een kolonie en leven dus niet solitair, maar vallen wel onder de groep wilde bijen.
Nee. Alleen honingbijen en hommels leven in een kolonie. Honingbijen overwinteren met de kolonie. Een hommelkolonie sterft in het najaar uit; alleen nieuwe koninginnen overleven.
Bij de andere bijen (‘solitaire bijen’) maken de vrouwtjes in hun eentje een nestje met eieren.
Bijen zijn belangrijk omdat zij meer dan 50% van alle bloeiende planten op de wereld bestuiven. Zonder die bestuiving kunnen planten geen zaden vormen en zonder zaadvorming kunnen planten geen nieuwe planten maken. De (wilde) planten zullen dan in aantal sterk achteruitgaan, en sommige planten zullen uitsterven. Dieren die deze planten eten kunnen dan ook uitsterven. De biodiversiteit, het aantal verschillende soorten planten en dieren op de wereld, zal dan sterk afnemen.
Voor het behoud van een grote variatie aan planten zijn verschillende soorten wilde bijen nodig. Die zou je in twee groepen kunnen indelen: bijen die bij veel verschillende planten stuifmeel halen (de generalisten) én bijen die zich gespecialiseerd hebben op één plantensoort of plantenfamilie. Ook bestuiven bijen planten en bomen die ons groenten en fruit leveren. Denk daarbij aan tomaten, tuinbonen, courgettes, appels, kersen, aardbeien en bessen. Ook veel kruiden worden door bijen bestoven. We zijn dus ook in grote mate afhankelijk van bijen voor onze voedselvoorziening.
De afname van bijenpopulaties is geen gevolg van één enkele factor, maar van een combinatie van oorzaken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bijen te maken hebben met:
- te weinig en te weinig gevarieerd voedsel
- het gebruik van bestrijdingsmiddelen
- het verdwijnen van nestelgelegenheden
- en de gevolgen van klimaatverandering, zoals hogere temperaturen en extremer weer.
Als particulier kun je de bij helpen door:
Koop biologische producten, zodat je landbouw zonder pesticiden ondersteunt.
Maak je tuin bijvriendelijk door het hele jaar door gifvrije bloemen te laten bloeien en te zorgen voor nestelgelegenheden. En natuurlijk kun je de Bijenstichting ook financieel steunen. Met jouw bijdrage steun je direct ons werk en draag je concreet bij aan de bescherming van bijen en biodiversiteit
Bekijk verder hoe je de bij kunt helpen op https://bijenstichting.nl/help-de-bij
Nee! Bijen zijn niet geïnteresseerd in jou of je eten (zie ook Overlast – Steken bijen?). Ze komen alleen op bloemen af. Soms rusten ze even uit op een onhandige plek (je tafel, je been). Geen paniek, het beestje is totaal niet van plan om te steken. Blijf rustig en ze vliegt vanzelf weer weg.
Een bij in het nauw kan wel steken, bijvoorbeeld als je driftig gaat wapperen met je handen of ze komt klem te zitten tussen je arm en lichaam.
Voordat je aan een bijenhotel begint, check eerst of je genoeg voedsel in de buurt hebt. Solitaire bijen moeten hun voedsel binnen enkele honderden meters van hun nest kunnen vinden. Vaak is dit de beperkende factor. Veel hotelbezoekers zijn vroegvliegers, dus heb je vroegbloeiende soorten nodig. Meer weten over geschikte planten? Kijk bij ‘Planten’ (link naar FAQ planten).
Kijk ook of je een geschikte plek heb (zie ‘Waar plaats ik het bijenhotel’).
Waarschijnlijk niet. Ten eerste houden bijen niet van wind en zullen ze minder snel zo hoog komen. Ten tweede zal voedsel een probleem zijn, tenzij iedereen boven en onder je hun balkon vol heeft staan met geschikte planten voor bijen.
Tot ongeveer de 4e verdieping kun je bezoekers verwachten in je hotel, mits er voldoende te eten is in de buurt.
In onze webshop natuurlijk! Verder vind je in de meest uiteenlopende winkels bijenhotels. Helaas zijn er veel slechte bijenhotels in omloop, met verkeerde afmetingen van rietjes, verkeerd materiaal etc. Let daarop als je ergens anders een bijenhotel wil kopen (zie ook ‘Waar moet ik aan denken als ik zelf een bijenhotel ga maken?’).
- De rietjes moeten tussen de 3-8 mm zijn. De lengte maakt niet zoveel uit.
- De rietjes moeten aan één kant dicht zijn
- De rietjes moeten glad zijn van binnen, dat vinden bijen fijn. Gebruik dus hard hout. Steen of beton trekt zelden bijen.
- Wil je ook andere soorten bijen aantrekken? Voeg dan stengels toe met zachte merg, zodat ze daarin zelf een gang kunnen boren.
Plaats een bijenhotel op een plek waar het een groot deel van de dag in de zon hangt. Zorg ervoor dat het stevig vastzit en niet kan gaan bewegen als het waait. De boorgaten of (bamboe)stengels moeten glad zijn want rafelige randen kunnen een bij beschadigen bij het naar binnen kruipen.
Wil je graag een specifieke bij in de tuin? Dan wordt het zaak je meer te verdiepen in die bij. Hoe nestelt ze, welke planten heeft ze nodig, en komt de bij überhaupt (veel) voor waar je leeft? Overweeg ambassadeur te worden om toegang te krijgen tot al onze cursussen en ons platform, waarbij je antwoord krijgt op al je vragen. Je steunt hiermee tevens de Bijenstichting.
Slechts 12% van de solitaire bijensoorten in Nederland kun je in je bijenhotel verwachten. Het zijn bovengronds nestelende bijen die gebruik maken van bestaande gangen in dood hout of holle stengels.
Veelvoorkomende gasten van bijenhotels zijn onder andere:
- Tuinbladsnijder, Grote bladsnijder, Gewone behangersbij, Lathyrusbij
- Grote klokjesbij, Kleine klokjesbij, Ranonkelbij
- Tronkenbij
- Resedamaskerbij, Tuinmaskerbij, Kleine tuinmaskerbij, Gewone maskerbij, Poldermaskerbij en Weidemaskerbij
- Rosse metselbij, Gehoornde metselbij, Blauwe metselbij
- Grote wolbij
- Wormkruidbij
Niet alle bijen zijn gemakkelijk te herkennen. Maskerbijen bijvoorbeeld zijn klein en lijken allemaal sterk op elkaar.
Ook een aantal koekoeksbijen kun je bij je bijenhotel aantreffen. De Gewone tubebij komt vrij algemeen voor en parasiteert het nest van de Tronkenbij. De Geelgerande tubebij parasiteert voornamelijk nesten van de Grote wolbij. De andere tubebijen en alle kegelbijen in Nederland zijn zeldzaam.
Een goed gevuld bijenhotel krijg je alleen als er ook voldoende geschikte bloeiende planten in en rondom je tuin aanwezig zijn. Zonder voedselbronnen zullen de bijen zich er niet vestigen.
De meeste wilde bijen zijn solitair levende bijen: de vrouwelijke bij bouwt in haar eentje een nest en verzorgt haar eigen eitjes, zonder hulp van werksterbijen zoals bij de honingbij en de hommel.
Omdat de term solitaire bij voor veel mensen onbekend is, gebruiken we bij de Bijenstichting meestal de term wilde bijen. Daarmee bedoelen we alle bijensoorten die niet door mensen worden gehouden, dus zowel de hommels als de solitaire bijen.
Kort gezegd: alle solitaire bijen zijn wilde bijen, maar niet alle wilde bijen leven solitair! Hommels zijn namelijk ook wilde bijen, alleen leven zij wél in kleine kolonies, van tientallen tot een paar honderd individuen.
Wat jammer! Voldoet je bijenhotel wel aan de eisen zoals hierboven beschreven? Zo ja, dan zou het kunnen liggen aan de omgeving: jouw tuin kan een bijenparadijs zijn, maar als je omgeven bent door beton, is het voedselaanbod nog steeds te weinig voor een solitaire bij. Kijk of je in samenwerking met buren en/of de gemeente meer bloemen in je buurt kun krijgen!
Nee. Twee zaken zijn enorm belangrijk bij het kiezen van bijenplanten:
- Ze moeten gifvrij zijn
- Ze moeten enkelbloemig zijn
Voldoen je planten hier niet aan, dan zijn ze nutteloos of zelfs schadelijk voor insecten.
Gevuldbloemig betekent dat een soort zo is opgekweekt dat de bloemen vol zitten met blaadjes. Vaak zijn de bloemen ook veel groter. Dit is gedaan omdat mensen dat mooi vinden. Helaas kunnen insecten op deze manier niet bij het stuifmeel en de nectar komen, en zijn ze dus nutteloos.
Bij enkelbloemige bloemen zijn stuifmeel en nectar goed bereikbaar. Vaak kun je de meeldraden met het blote oog zien. Wilde planten zijn altijd enkelbloemig.
In onze webshop! In het voorjaar bieden wij plantenpakketten aan. Ook kun je bollen bij ons kopen (levering vanaf september!). Als je bij ons koopt steun je meteen de Bijenstichting.
Let op: tuincentra bieden vaak planten aan die gif bevatten, zelfs als ze het aanprijzen als ‘bijenplant’. Wees hier voorzichtig mee. Gelukkig worden in verschillende tuincentra tegenwoordig planten aangeboden van Cruydt-Hoeck en van Hello Garden. Deze planten zijn gegarandeerd gifvrij.
In onze webshop verkopen wij verschillende inheemse zaadjes van Cruydt-Hoeck. In het voorjaar verkopen wij plantenpakketten waar soms ook inheemse soorten in zitten.
Voor enkel inheems aanbod kun je kijiken bij bv. NL Bloeit of De Heliant en inheemse zaadjes bij Cruydt-Hoeck.
Op www.drachtplanten.nl kun je een plant opzoeken en lezen welke bijen er op vliegen.
Vroegbloeiende planten zijn enorm belangrijk voor bijen die als eerste tevoorschijn komen aan het einde van de winter, zoals hommels en metselbijen.
- Bollen zoals Blauw druifje, Bostulp, Wilde kievietsbloem, Wilde hyacint en Krokus
- Gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis)
- Dovenetel (Lamium purpureum)
- Daslook (Allium ursinum)
- Slanke sleutelbloem (Primula elatior)
- Look-zonder-look (Alliaria petiolata)
In het uiteinde van het achterlijf van vrouwelijke bijen zit een angel en een gifklier. Hiermee kunnen zij zich verdedigen.
Als een honingbij steekt scheurt de angel en de gifblaas los van haar achterlijf waardoor zij sterft. Een wilde bij sterft niet als zij steekt. Haar angel is namelijk glad terwijl die van de honingbij weerhaakjes heeft. In rust bevindt de angel zich in een schede in het lichaam. Tijdens een paring moet de angel worden uitgestoken anders kan een mannetje niet paren met een vrouwtje. Om niet (per ongeluk) gestoken te worden moet het mannetje de angel tijdens ‘het liefdesspel’ zien te vermijden.
Mijten van het geslacht Parasitellus gebruiken hommels als transportmiddel om in een hommelnest te komen. De mijten zetten daar hun eitjes af en de larven (nimfen) groeien er op tot zij het laatste larvale stadium bereiken. Alleen in dat stadium verlaten zij het nest. Er zijn meerdere generaties per jaar. De laatste generatie overwintert met een hommelkoningin onder de grond. Zo komen zij het jaar erop met de koningin in een nieuw hommelnest terecht waar hun larven te eten zullen hebben. De larven doen zich tegoed aan het nestafval waardoor het nest schoon blijft. De mijten voeden zich niet met de hommel of met het broed van de hommel. Wel kan het lastig worden te vliegen, paren of een overwinterplek te vinden als er tientallen mijten met haar meeliften.