De dar is een mannetjes bij. De belangrijkste taak is het paren met de jonge koningin. Minder bekend is de bijdrage van de dar aan de kolonie met het helpen bij de temperatuurregeling. Wanneer de temperatuur te laag wordt, gaan de darren en de werkbijen warmte genereren door te trillen, en wanneer de temperatuur te hoog wordt, gaan de darren en de werkbijen met de vleugels wapperen ter ventilatie. De dar haalt geen honing, geen stuifmeel, voert geen larven, bouwt geen raat. Hij laat zich voeren door de werkbijen. In het najaar worden de darren verstoten uit de kast om voedsel te sparen. De darren die niet meewerken worden doodgestoken. We noemen dit daarom ook wel de darrenslacht.