Resultaten Nationale bijentelling 2024
De zevende editie van de Nationale Bijentelling werd geconfronteerd met uitdagende weersomstandigheden, waaronder een ongewoon koud en wisselvallig voorjaar, gekenmerkt door veel wind, regen en zelfs vrieskou. Ondanks deze barre omstandigheden hebben meer dan 2.300 enthousiaste tellers zich ingezet om gedurende tien teldagen ruim 40.000 bijen, hommels en zweefvliegen te registreren. De bevindingen weerspiegelen duidelijk de invloed van het weer: de meest opgemerkte soorten zijn de honingbij, aardhommel en metselbijen, die bekend staan om hun weerbestendigheid.
Opvallend is dat ondanks de uitdagingen van het weer het gemiddelde aantal waargenomen bestuivers per telling hoger ligt dan vorig jaar, met een gemiddelde van 18 bestuivers per telling vergeleken met slechts 15 het jaar ervoor. Dit kan deels worden toegeschreven aan het feit dat deelnemers dit jaar in groepen konden deelnemen, waardoor ze mogelijk meer waarnemingen konden doen dan wanneer ze alleen zouden tellen. Bovendien suggereren deze bevindingen dat deelnemers beter zijn geworden in het aantrekken van bestuivers naar hun tuinen, balkons of lokale omgeving.
De impact van het koude voorjaarsweer is duidelijk zichtbaar in de resultaten. Soorten die beter bestand zijn tegen kou, zoals honingbijen en hommels, domineren de top tien van meest gespotte bijen. Dit jaar bestond 16,5% van de waargenomen bestuivers uit honingbijen, in vergelijking met percentages van 25% tot 35% in voorgaande jaren. Deze afname wordt vermoedelijk veroorzaakt door wintersterfte, maar vereist nog nader onderzoek.
Bijenexpert Koos Biesmeijer van Naturalis Biodiversity Center legt uit dat bijen, als koudbloedige dieren, moeten opwarmen voordat ze kunnen vliegen. Honingbijen hebben een uniek vermogen om zichzelf warm te houden door samen te clusteren en honing te eten, waardoor ze zelfs bij lagere temperaturen kunnen vliegen. Hommels gebruiken ook hun vleugelspieren om warmte te genereren, waardoor ze eerder actief worden en stuifmeel kunnen verzamelen voor hun kolonies.
Het feit dat dit jaar meer bestuivers zijn gespot, ondanks de ongunstige omstandigheden, suggereert een positieve trend in het behoud van bijenpopulaties. De analyse van de resultaten door bijenexperts zal verdere inzichten bieden in de gevolgen van het weer op bijen en andere bestuivers, en zal mogelijk aanbevelingen opleveren voor het bevorderen van hun welzijn in de toekomst.