Wat zijn bijen?
Apoidea
De bij (Apoidea) is een familie binnen de insecten, die in heel de wereld (behalve Antarctica) op planten met twee zaadlobben voorkomt. Alle bijen zijn echte vegetariërs en leven gedurende hun hele levenscyclus van nectar en stuifmeel. Er zijn momenteel zo’n 20.000 bijensoorten bekend; 349 hiervan komen voor in Nederland en België. Helaas is maar liefst 60% van alle bijensoorten bedreigd in hun voortbestaan. Binnen de bijenfamilie kan er onderscheid gemaakt worden tussen solitaire bijen (wilde bijen), hommels en honingbijen. Binnen de bijenfamilie zijn er twee typen bijen: solitaire en eusociale bijen.
Wilde bijen
Wilde bijen zijn solitaire bijen en doen alles alleen: van nestmaken tot voedselzoeken en eileggen. Vaak hebben wilde bijen een speciale relatie met hun biotoop. Soms zijn ze zelfs voor hun voedsel geheel afhankelijk van één soort plant (monofaag). De slobkousbij is hier een voorbeeld van en is afhankelijk van de Grote wederik. Ook zijn er soorten die uitsluitend in zanderige bodem nestelen, waardoor de actieradius van de soort gering is. Nesten van solitaire bijen kunnen bij elkaar in de buurt liggen, waardoor een kolonie gevormd wordt. Dit is echter niet altijd het geval. Vaak leeft dit type bij maar enkele weken, de nakomelingen overwinteren meestal als larve. Helaas is de solitaire bij langzaamaan aan het verdwijnen. Dit komt onder andere doordat sierbloemen minder nectar produceren en er steeds minder plekken zijn waar de solitaire bij kan wonen. Een leuk weetje is dat enkel de vrouwelijke wilde bijen een (kleine) angel hebben. De angel is ontstaan uit de legbuis, die mannelijke wilde bijen dus nooit hebben gehad. Wilde bijen steken echter bijna nooit, omdat zij geen kolonie hoeven te beschermen.
Eusociale bijen
Eusociale bijen leven -deels- in een volk waar zij alle taken delen. Hommels en honingbijen zijn hiervan beide een voorbeeld. Honingbijen en hommels vliegen op meerdere soorten planten (polyfaag), waardoor zij minder afhankelijk zijn van een bepaald biotoop. Ook kunnen zij grotere afstanden afleggen; dit kan wel tot 3 kilometer van de kolonie af zijn.
De honingbij
De honingbij is de bekendste van de drie bijensoorten door zijn algemene voorkomen en de grote getallen waarin zij te vinden is. Wereldwijd bestaan er zo’n 20.000 soorten. Die kunnen verschillen in uiterlijk of verspreidingsgebied. Honingbijen worden gebruikt als bestuiver voor veel plantensoorten, zoals gewassen en fruitbomen. Honingbijen zorgen voor 1/3 van ons voedsel. (zie Bijen zijn belangrijk)
Hommels
Hommels zijn eusociale bijen met een langere beharing, waardoor zij in koelere omstandigheden kunnen overleven. In Nederland zijn 29 hommelsoorten; 24 hiervan zijn zeldzaam, ernstig bedreigd of bijna uitgestorven. De hommel bezoekt bij voorkeur twee- en meerjarige planten, omdat deze planten meer nectar produceren door hun grotere bloemen. Ook de hommel wordt bedreigd om meerdere redenen; een aantal hiervan zijn natuurlijk (zoals parasieten, insecteneters en bacteriën), maar de grootste bedreiging vormt de mens door vervuiling, het gebruik van pesticiden en landschapsvernietiging en het verdwijnen van bepaalde voedselleverende plantensoorten. (zie bijensterfte)
Er zijn ook andere soorten die veel lijken op bijen, maar niet behoren tot de bijenfamilie. Vaak zijn dit vliegen, die door middel van mimicry (het na-apen van een ongewenst prooidier) beschermd zijn tegen roofdieren die het op vliegen voorzien hebben maar terugdeinzen voor bijen. De blinde bij is hier een voorbeeld van.
Voor meer informatie over wilde bijen zie: www.wildebijen.nl
Voor meer informatie over honingbijen zie: Imkerpedia