Uitslag Nationale Bijentelling: veel wilde bestuivers tegenover minder honingbijen
Duizenden Nederlanders telden weer mee tijdens de Nationale Bijentelling afgelopen weekend. Het weer was zonnig, maar veel bijen (en tellers) hadden last van de sterke wind. De gehoornde metselbij lijkt zich definitief te vestigen als een van de algemeenste Nederlandse tuinbijen. Lees hier het bijenportret van deze solitaire bijensoort
De telresultaten van dit jaar zijn extra interessant voor de bijen-experts. Nu dit burgeronderzoek voor de vijfde keer op rij wordt uitgevoerd, is het steeds beter mogelijk om trends in bijenpopulaties te zien. Variabelen die mogelijk invloed hebben, zoals het weer, kunnen worden uitgesloten. De bijen-experts gaan komende weken werken aan een volledige analyse, maar er zijn nu al een paar opvallende zaken te melden.
Invloed weer en klimaat op bijen
De gehoornde metselbij behoort ook dit jaar weer tot een van de meest voorkomende wilde bij in de tuin. “Opvallend”, vindt bijen-expert Vincent Kalkman van Naturalis. “Deze soort was tien jaar geleden nog schaars in een groot deel van Nederland, maar is afgelopen jaren duidelijk toegenomen. Het lijkt er sterk op dat de gehoornde metselbij profiteert van het warmer wordende klimaat in ons land”, legt Kalkman uit. “De afgelopen jaren heeft de soort zich uitgebreid naar het westen en noorden van Nederland.”
Opmerkelijk is ook dat de honingbij weer op de eerste plek staat, maar in verhouding wel flink minder is waargenomen dan tijdens eerdere edities van de Nationale Bijentelling. Dit jaar is 25% van de waargenomen bestuivers een honingbij, ten opzichte van 35% vorig jaar. Mogelijk heeft dit te maken met een hogere sterfte in de winterperiode, veroorzaakt door het zachte en vochtige weer. “We gaan de telgegevens dan ook zeker vergelijken met de resultaten van de enquête die de Nederlandse Bijenhoudersvereniging dit jaar onder haar leden heeft gehouden”, vertelt Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur en bijenexpert bij Naturalis. “Alleen door informatie uit verschillende bronnen te combineren kunnen we een goed beeld vormen hoe het met honingbijen en wilde bijen in Nederland gaat.”
Hommels duiken onder
De aardhommel werd tijdens deze editie van de telling weinig waargenomen. De hommelsoort, die zowel in 2018, 2019 als in 2021 op plaats drie stond, bereikte dit jaar slechts de achtste plek. De bijen-onderzoekers hebben een sterk vermoeden hoe dit komt: “In het vroege voorjaar zie je alleen hommelkoninginnen vliegen, die na de winter een nieuwe kolonie gaan stichten. Ze vliegen dan druk rond, eerst op zoek naar een muizenhol voor een nieuw nest, en vervolgens zoekend naar nectar en pollen voor het eerste nageslacht”, vertelt Kalkman. “Daarna brengen ze gedurende een vrij korte periode veel tijd onder de grond door, om daar voor het nieuwe nest te zorgen. We vermoeden dat de telling dit jaar voor de aardhommel precies met deze periode samenviel”, legt hij uit. “De aardhommels waren dus wel in de tuin maar onder de voeten van de tellers”.
De bijentelling leeft in heel het land
Meer dan drieduizend mensen telden in het hele land bestuivers en dat is goed nieuws voor de wilde bij. Koos Biesmeijer: “Er waren minder tellers dan vorig jaar, misschien door de wind en start van de meivakantie, maar er is gelukkig weer een goede dekking over het land. Nu er vijf jaar geteld is, kunnen we steeds beter inzicht krijgen in verschillen tussen bijensoorten, tussen regio’s, of de stedelijke omgeving en het platteland. Maar om hier echt iets over te kunnen zeggen, moeten we komende weken de gegevens goed bekijken.”
Bron: Nationale bijentelling
Deze zomer hommels tellen?
De Nationale bijentelling is maar 1 weekeind in april, maar via de Bijenstichting kun je de gehele zomer Hommels tellen. Lees hier meer.
Zoekkaarten en andere hulpmiddelen voor ee hommeltelling vind je in onze webshop.